<< Vorige - Volgende >> |
NK40: door John HoogeveenDe Ooievaar
|
||
Jonge god
Mijn koffie smaakte naar koffie. Vers gezet stond hij al klaar voor me toen ik binnenkwam. Ik genoot ervan. Het genieten werd niet onderbroken toen de deur openging en twee zeer jonge mensen mijn kroeg binnenkwamen. Een jongen en een meisje van wellicht 15 jaar liepen de gezellige kroeg binnen en keken elkaar verliefd aan. Ik wist niet eens of er een minimumleeftijd is voor een kroeg. Drie uur s middags. School voorbij. Smoorverliefd. Dat moet mogen. Verplicht zijn liever. In hun leven moest vermoedelijk het eerste gezellige beeld van een kroeg nog als levenslang plaatje in hun hersenen gebrand worden. Hun hersenen weten nog niet wat als een plaatje, geur, beleving van het bruine café standaard in de hersenen moet worden geïnternaliseerd, zodat het woord "bruine kroeg" levenslang een warm gevoel geeft al zeg je het tijdens kerstmis bij de schoonouders. Wat ze nodig hadden was een goede eerste ervaring. Helaas voor hun hersenen hadden ze geen tijd voor het internaliseren van een kroegbeleving, want ze hadden enkel oog voor elkaar. Ze waren verliefd, dat was mooi.
Omdat hij verliefd was moest hij wel opscheppen . En zo schepte hij op over de kroeg waar hij natuurlijk veel vaker zei te komen, al vaak was geweest en mensen kende. Hij knikte naar me. Ik knikte terug. Ik bleek knikbaar en dat moest bijna beteken dat ik een acceptabel mens was.
"Ik ken hier zelfs een stel van die oude gasten", zei hij respectloos en ik twijfelde over mijn te volgen actie, terwijl hij het meisje aankeek en zij in zijn ogen zwolg. Naar mij keek ze vluchtig. Een oude gast.
Mijn beeld van bruine kroeg was door jarenlange training goed geïnternaliseerd. Mijn beeld van mezelf minder. Ik, oude gast, heb mezelf geïnternaliseerd als jonge god.
John Hoogeveen 298
...
|