<< Vorige - Volgende >>


NK53: door Monique van Boxtel


Van Wou



NK53: door Monique van Boxtel




Vloer

Die dag wilde het toeval dat ik er helemaal alleen met de kastelein zat. Verveeld snuffelde ik door een krantje tot de twee onbekenden verschenen. ’t Waren flinke kerels. De mouwen van de smetteloze hemden opgestroopt. Met de eigenaar wisselde ik een blik van verstandhouding: nee, die waren niet van hier. 
De vreemden groetten ons olijk en bestelden met een sterk Brabants accent een pilsje. We raakten  aan de praat; de twee bleken broers te zijn. Juist toen ik wilde voorstellen om een klein neutje te nuttigen stak Sam - de sjaggeraar die in de Pijp een louche autohandeltje dreef -zijn kop om de hoek van de deur. Zonder te groeten riep Sam met een stem die enige opwinding verried: ‘Hiero, van wie is dat wagentje dat aan de overkant te koop staat?’  
Tegelijk draaiden de broers zich om en bij de deur gaven ze Sam een stevige handdruk. Ik besloot met de mannen mee te lopen. Dit zou wel eens het soort van onderhandeling kunnen worden dat het aanschouwen waard zou blijken.
En inderdaad; eenmaal buiten bleek daar een bordeauxrood Fiatje te staan. Op de achterruiten  briefjes waarop ‘TE KOOP’ stond. Het karretje blonk als een spiegel, dat moet gezegd. Er werd wat heen en weer gepraat tot de verkoper op het enige mankement van het autootje wees. De bodemplaat was doorgeroest. Maar om te verhinderen dat men tijdens het rijden de snelweg onder zich door zou zien flitsen had de goochemerd de bodem van het voertuig versterkt met planken. Na langdurig gedraai bood Sam uiteindelijk zuchtend vijfhonderd gulden. Met glinsterende oogjes antwoordde de verkopende broer: ‘Nee, dat kan ik niet doen. Kijk, d’r ligt alleen al een eikenhouten vloer van duizend gulden in meneer …’.
Ach, u begrijpt mijn glimlach als ik café Van Wou passeer …


Monique van Boxtel

300




...