<< Vorige - Volgende >> |
NK18: door Marlies Renaud't Doktertje
|
||
Aan gene zijde
Omdat ik een stressvolle dag achter de rug had, besloot ik een afzakkertje te nemen in mijn geliefde stamcafé “De Dokter.” Een gezette vijftiger hees zich op de kruk naast mij, “Ik ben bij een waarzegger geweest ,” begon hij zonder enige introductie. “Zo een die weet waar je heengaat als je kassiewijlen bent.”
“Een medium,“ begreep ik.
“Gewoon uit nieuwsgierigheid. Ik heb hem gevraagd of hij contact wilde leggen met m’n overleden moeder. Schuift die gozer eerst een soort geldkistje met een gleuf over z’n bureau naar me toe. ‘Een vrijwillige bijdrage’, zegt ie. Ja, ja, vrijwillig. Had je z´n porem moeten zien toen ik er maar één euro instopte.
Enfin, hij doet eerst de gordijnen dicht, omdat hij zich dan beter zou kunnen concentreren en met gesloten ogen begint hij dan over m’n moeder te praten. Dat ze zo’n lieve vrouw was en een goede moeder en nog meer algemene zaken die je al gauw goed gokt. En terwijl hij zo zit te bazelen, ontsnapt hem een knalharde scheet. Zo: ”
Hij tuit zijn lippen en imiteert het geluid zó natuurgetrouw, dat enkele stamgasten gegeneerd omkijken.
“Ík had me eigen doodgeschaamd, maar die vent verwikte of verzwikte niet. Dat zag ik zelfs in het half-donker. Hij deed alleen z’n ogen open vroeg met een pokerface: ‘Had Uw moeder soms darmproblemen?’
Ik zag de opluchting op z’n gezicht toen ik knikte, maar toen hij verder wilde gaan, ben ik opgestapt en vertrokken.
M’n moeder had helemaal geen darmproblemen. Integendeel. Ze kon totaan haar dood schijten als een reiger, maar ik vertrouwde die kloris gewoon niet en wou hem erin luizen.
Hij had die wind zelf gelaten. Z’n hele kantoortje stonk ernaar.”
Mijn buurman nam een slok van zijn biertje.
“Toch jammer van m’n euro,” vond hij.
Marlies Renaud 300
...
|