<< Vorige - Volgende >>


NK2: door Ed Kenter


Chris



NK2: door Ed Kenter




Ludwig van café Chris

Ik moest even wennen aan het donkere interieur dat veel licht absorbeert, maar daarna zag ik de vrouw achter de tapkast glazen poetsen. Aan een klein tafeltje tegen de wand, bekleed met een Perzisch tapijtje, zat een man tegenover zijn hond, ieder op een eigen stoel. Zijn pasteuze en roodgevlekte gelaat wezen op een langdurige en stevige vaste klandizie. Op tafel stond een bak water voor de hond en voor de man een half gevuld glas bier en een glas jenever, een kopstoot dus. De hond richtte even zijn onderlijf op maar ging weer zitten. Mogelijk was hij in tweestrijd over geaaid of niet geaaid worden. Ik liep naar de hond en wou hem aaien.  
“Niet doen”, schreeuwde de man. “Ik ga toch ook niet ongevraagd aan jou zitten klooien.” 
Het viel even stil in het café. Ik ging wat verder weg zitten. Even later klonk zacht een carambole vanaf de biljarttafel.
De vrouw achter de tapkast hervatte het poetsen van de glazen en probeerde de gesprekken weer op gang te brengen.
 “Hoe heet jouw hond ook al weer?”, vroeg zij.
“Ludwig”, zei de man zonder opkijken. 
 “Maar waarom heet ie zo. Heette je vader ook zo? “
“Hij is genoemd naar Ludwig Wittgenstein. Luister, dit is een hele verstandige hond. Hij kletst tenminste niet uit zijn nekharen.”
“Ludwig? Dat is toch geen naam voor een hond, man.”
 “Nee dat klopt. Hij heet zo omdat ie altijd swijgt. En waarover je niet ken spreken daarover moet je swijgen.” 
“Ik roerde in de koffie en brak mijn koekje.”
Even keek de man mij aan. Hij haalde een hondenkoekje uit zijn zak en gaf het aan de hond. “Dat is andere koek Ludwig”, sprak hij na een slokje van zijn jenever. De hond zweeg wijselijk en kauwde verder. 


Ed Kenter

300




...