<< Vorige - Volgende >>


NK58: door Gaby Hutjes


Nieuwe Lelie



NK58: door Gaby Hutjes




Zwaar blond

Fatih had nooit gedacht dat het leven simpel was, totdat zij binnenkwam, op de kruk naast hem ging zitten en het hengsel van haar schoudertas onder haar bil schoof. Hij was niet eerder in dit café geweest. Het theehuis in de moskee aan de Rozengracht was dicht. De kastelein glimlachte toen hij vroeg om thee met veel suiker en had hem een flesje Ice Tea voorgezet. Hij pulkte aan het etiket.

‘Fatihboy, jongen met de mooiste ogen van Amsterdam’, zong de stem van zijn benedenbuurvrouw in zijn hoofd. ‘Wanneer neem je eens een meisje mee? Je bent zo verlegen. Bij Allah, je bent nog wel vernoemd naar de veroveraar van Istanbul.’

Drie glazen nog. Als de kastelein die gespoeld had, zou hij wat tegen haar zeggen.
De eigenaar was hem voor. Wat of ze wou drinken. Zijn hand lag al op de tapkraan. Zwaar blond las Fatih. Ze schudde haar hoofd. De kastelein trok nauwelijks merkbaar een wenkbrauw op en gebaarde met zijn achterhoofd naar een man schuin tegenover hen.
‘Heb jij óok je dag niet vandaag, net als Jaap?’, vroeg de kastelein.
‘Wat heeft ie?’
‘Ik heb ’m verteld dat ik de leverworst van de kaart haal en nou zit ie te mokken.’
De vrouw lachte en gaf Fatih een knipoog.
Hij keek naar Jaap.
‘Vroeger lustte ie geen leverworst’, zei ze. ‘Toen z’n moeder nog leefde, klemde ze de kromme worst altijd tegen haar boezem als ze met het broodmes een kontje afzaagde. De vleesmassa in plastic deed ’m denken aan z’n moeders bleke benen, wanneer ze d’r panty afstroopte. Dan had m’n Japie al gegeten en gedronken.’
Fatih wou iets tegen haar zeggen. Weer was de kastelein hem voor.
‘Wat wordt het?’
Ze zuchtte.
‘Toch maar zwaar blond. Dommer kan ik niet worden.’ 


Gaby Hutjes

298





...